Op de Petrus Datheenschool hebben we oog voor de
specifieke behoeften van kinderen, omdat we hen zien als unieke schepsels van
God. Als school willen we een veilige omgeving bieden, waarin de kinderen naar
hun vermogen en passend bij hun persoonlijkheid mogen ontwikkelen. Vanuit onze
Bijbelse visie zijn we er verantwoordelijk voor om alle leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben een passende onderwijsplek te bieden.
Elk kind verdient onderwijs dat aansluit bij zijn of haar
behoeften. De wet Passend Onderwijs is er voor bedoeld om dit nog beter voor
elkaar te krijgen. We kunnen omgaan met verschillen in onderwijsbehoeften en
zoeken naar mogelijkheden om nog meer kinderen een passende plek te bieden. We
zoeken daarom naar passende onderwijsvormen om aan te sluiten bij de doeners.
De school is aangesloten bij het Reformatorisch
samenwerkingsverband Berséba. In dit verband
werken we samen met speciaal-onderwijsscholen om kinderen passend onderwijs te
geven. Vanuit deze scholen komen begeleiders onze kinderen en leerkrachten
ondersteunen. Wanneer het onderwijs op onze school niet toereikend is, kan een
plek in het speciaal onderwijs worden gezocht.
Goed overleg tussen school, ouders en de jeugdzorg is een
speerpunt van onze school. De samenwerking met het schoolmaatschappelijk werk
en met de gemeente is intensief.
Ondersteuningsstructuur
We kennen de volgende stappen om kinderen met specifieke
behoeften te begeleiden:
1. Contact tussen ouders en leerkracht De leerkracht is als eerste verantwoordelijk voor de
begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Hij of zij neemt bij vragen of
zorgen over de leerling in een vroeg stadium contact op met ouders. Het kan ook
zijn dat ouders het eerste contact leggen.
2. Specifieke ondersteuning in de groep In overleg met de ouders wordt vastgesteld welke
specifieke ondersteuning uw kind nodig heeft. Dit kan bijvoorbeeld een langere
of herhaalde instructie zijn of het gebruik van een hoofdtelefoon om prikkels
buiten te sluiten.
3. Inzet IB’er De leerkracht vraagt de IB’er
om mee te denken als de hulp onvoldoende baat heeft. Er kan binnen of buiten de
klas extra hulp worden gegeven door een onderwijsassistent(e).
4. IB-gesprek Er volgt een gesprek met leerkracht, ouders en IB’er.
5. Smal OT Er volgt een gesprek met leerkracht, ouders en IB’er en met een orthopedagoog van Driestar Educatief.
6. Breed OT Er volgt een gesprek met leerkracht, ouders,
schoolmaatschappelijk werker, GGD-verpleegkundige, gespreksvoerder onderwijs
gemeente Rotterdam en/of met de orthopedagoog.
7. Het Loket Het samenwerkingsverband Berséba
wordt gevraagd om advies te geven.
8. Vervolgtraject De school zet gerichte hulp in, bijvoorbeeld door middel
van een arrangement, of er wordt gekozen voor plaatsing op een andere school.
"Goed overleg tussen school, ouders en de jeugdzorg is een speerpunt van onze school."